Intuïtie
Mijn voorstelling gaat over toxische liefdesrelaties. De meest voordehandliggende bron hiervoor was een persoonlijke relatiebreuk. Na enige tijd begon ik opnieuw te daten en dat liep heel stroef. Ik heb een aantal negatieve ervaringen gehad en dat zette mij enorm aan het denken; hoe gaan mensen in zulke situatie met elkaar om? Welke onzekerheden hebben we gemeenschappelijk? Wat geven onze ouders ons door? Wat zegt onze intuïtie?
Je voelt dat je iets wil onderzoeken, maar je kan de ‘waarom’ niet verklaren. Iemand die veel intuïtief werkt is choreografe en danseres Meg Stuart. Ik heb een grote fascinatie voor haar bewegingstaal. Hoe verhoudt een performer zich ten opzichte van de ruimte, wanneer de ruimte een geheim van hen kent? Hoe zien de bewegingen van de performer er dan uit? Deze oefeningen geeft ze prijs in haar boek Let’s Not Get Used to This Place dat ik geregeld raadpleeg tijdens mijn repetities.
‘De stad’ als hoofdrol
We maken een voorstelling in de publieke of openbare ruimte. Dat is onvermijdelijk een trial and error, omdat je te maken krijgt met zaken waar je geen controle over hebt. Laatst kwamen er twintig kleuters voorbij en zo’n groep kan je niet orkestreren. Ik probeer dat dan ook te omarmen sinds het begin van het creatieproces.
Er is ook een toeval van een ander kaliber. Bepaalde plekken in de stad triggeren bepaalde herinneringen, zowel goede als pijnlijke. Een straat of een huis staat in teken van iets moois of iets complex. Soms mijden we bepaalde plekken of zoeken we die net op. Dat is iets herkenbaars binnen mijn eigen vriendenkring, maar ook iets universeel. Het idee dat het speelterrein voor deze voorstelling zoveel herinneringen met zich meedraagt, vind ik heel waardevol. Ons vertrekpunt op de kaart, ook voor het publiek, is de uitvalsbasis van de doe-en denkplek Broei in Gent.