nl / en

Ik begon op jonge leeftijd te dansen. Als puber danste ik tot wel 15 uur per week door verschillende dansscholen en -stijlen te combineren. Van mijn middelbareschooltijd tot 2018, stond ik elke zaterdag in de danszaal. Achttien jaar lang heb ik gepast voor familiefeesten en afspraken op zaterdag. Ik heb ook even getwijfeld om professionele danser te worden. Daarom besloot ik auditie te doen voor het MUDA (een secundaire school voor muziek en dans op topniveau). En ook al was ik geslaagd, heb ik toch gekozen om in het gewone middelbaar onderwijs te blijven en veel te dansen in mijn vrije tijd. Ik denk wel nog steeds: wat als ik het wel had gedaan? Ergens had ik ook schrik om alles op alles te zetten voor dans, want wat met blessures en wat als een danscarrière dan toch niet helemaal mijn ding was?

Een studierichting kiezen op het einde van het middelbaar was moeilijk. Ik wou iets met het menselijk lichaam doen en met mensen werken. Kinesitherapie studeren had ik van mijn lijstje geschrapt. Mijn vader was al kinesist. Mijn broer was kinesitherapie aan het studeren; het leek me too much. Totdat mijn mama vroeg: waarom ga je geen kine studeren? Haar opmerking was terecht en ik ging ervoor. Ik heb tijdens mijn studies nog meer bijgeleerd over het menselijk lichaam en ben blijven dansen.

Wist je meteen dat je je ging specialiseren in blessurepreventie voor dansers?

Het was zeker niet zo dat ik op mijn achttiende wist dat ik me ging specialiseren in kine voor dansers. Maar ik merkte wel dat beide passies elkaar versterken. Dans gaf me al vroeg een besef over mijn eigen lichaam. Door mijn studies leerde ik meer over andere lichamen en hoe deze kennis om te zetten in de praktijk.

Ik werkte eerst als kinesist in een algemene praktijk, maar steeds meer vriendinnen uit de danswereld en andere dansers kwamen bij mij aankloppen. Ze vroegen bij wie ze het beste terechtkonden met hun blessures. Ik antwoordde steeds: zoek een goede sportkinesist of -kinesitherapeut. Al snel belanden ze bij kinesisten die werken met voetballers en dat is helemaal oké. Maar zij hebben soms geen idee van wat er in een balletles gebeurt. Ik heb ook powerlifters en baseballspelers behandeld, maar uiteindelijk is het belangrijk dat je interesse toont in de sport van je patiënt. Hoe bewegen ze binnen hun sportdiscipline? Hoe zit een training of les in elkaar? Ik geef even een voorbeeld, een vriendin had haar enkel verzwikt en kreeg allerlei oefeningen op platte voeten terwijl ze ballet op pointes deed. De oefeningen waren dus totaal niet aangepast aan iemand die vaak op haar tenen staat.

Er bestaan hier en daar therapeuten die gespecialiseerd zijn in dans, maar die zitten vooral in regio Antwerpen. In Gent begint het ook op te komen. Je ziet ex-dansers, yoga- en pilatesinstructeurs zich steeds meer richten op kinesitherapie en blessurepreventie voor dansers. Ik had al een heel netwerk in Brugge en Gent omdat ik zelf in deze dansscholen heb gedanst en merkte dat er nood was aan kinesisten voor dansers in deze regio. Dus ik besloot mijn praktijk te starten en om meer met dansers te werken. En ook belangrijk: ik vind het geweldig om met dansers te werken en haal hier ook veel energie uit.

Ik merk dat in dansscholen de aandacht naar opwarming en blessurepreventie vaak ontbreekt. Hoe pak je dit aan?

Dat is ook de reden waarom ik workshops rond blessurepreventie organiseer, zoals de workshop voor Danspunt. Blessurepreventie wordt in alle sporten wat vergeten, ook in de sportopleidingen. Op topsportniveau komt het op gang en is er al wat meer medische ondersteuning. In dansscholen is er meestal weinig aandacht voor opwarmen en blessurepreventie, maar daar begint wel verandering in te komen. De opwarming gebeurt ook niet altijd correct; als er al wordt opgewarmd. Ik krijg de kriebels wanneer leerlingen zonder op te warmen in split gaan zitten. Een opwarming duurt ook minstens tien minuten en dient om het lichaam voor te bereiden op specifieke bewegingen in de dansles.

"Uiteindelijk is het belangrijk dat je interesse toont in de sport van je patiënt. Hoe bewegen ze binnen hun sportdiscipline? Hoe zit een training of les in elkaar?"

Het gaat vaak over flexibiliteit, kracht en stabiliteit in blessurepreventie. Waarom is dit belangrijk voor dansers? En hoe breng je deze kennis over aan dansers en dansdocenten?

Je hebt veel verschillende factoren die blessures wel of niet kunnen veroorzaken. Het gaat niet alleen over fysieke trainingen, maar je hebt ook mentaal welzijn, omkadering, faciliteiten, en de dansstijl. Waar ik vooral aan werk is fysieke fitheid van dansers en hoe dansleraars hier meer aandacht aan kunnen besteden. Wat docenten vaak vergeten is conditie trainen. Je ziet het al aankomen: maar ik sport toch veel? Dansen is zeker een sport, maar het is een intervalsport. Je staat veel stil in een dansles, meer dan dat je denkt. Je gaat fel en explosief bewegen en dan weer niet. Je kan professionele dansers extra uren danstraining geven, maar daarmee verbeter je hun conditie niet. Moedig daarom je leerlingen aan om buiten de danslessen een half uur of een uur te gaan zwemmen of fietsen. Zo werken ze aan hun langdurige uithouding. Waarom is conditie belangrijk? Hoe beter je uithouding, hoe beter je herstelt tijdens rustmomenten en tussen bewegingen en hoe minder je vermoeid gaat raken. De meeste blessures gebeuren wanneer je lichaam vermoeid is of je mentaal moe bent. Je bent vaak wat meer moe op het einde van een dansles, na een drukke werkweek, wat later op de avond.

Je moet ook nog inspelen op lenigheid. In de danswereld heb je meestal zeer lenige mensen. Ze moeten flexibel zijn en stretchen al heel veel. Daarom zijn ze goed in lenigheidsoefeningen en doen ze het graag. Extra stretchen is voor lenige dansers niet nodig, maar op kracht werken dan weer wel. Heel soms missen dansers flexibiliteit en moeten ze meer kracht opbouwen. Je hoeft niet altijd alles over correcte stretching uit te leggen. Door een dansles juist op te bouwen gaan je leerlingen al doende veel leren over veilig stretchen.

Dan heb je nog kracht en stabiliteit. Hier gaat het vooral over twee spiergroepen: stabiliserende spieren en mobiliserende spieren. Ik wil dansers aanleren hoe ze deze spieren kunnen trainen met correcte houding en aangepaste oefeningen. Deze kennis doorgeven gaat moeilijk als je aan grote groepen lesgeeft, maar vaak loopt het al mis bij de cues. Je hebt het hoogstwaarschijnlijk al eens gehoord: trek je buik in, span je billen op, maak geen holle rug. Deze uitspraken zijn niet altijd juist en leiden eerder tot een ongezonde houding en blessures.

Je hebt het over wat er misloopt tijdens het opwarmen en de verschillende onderdelen van fysieke fitheid. Wat is volgens jou de meest voorkomende misvatting in de danswereld?

In de danswereld zijn er nog veel misvattingen over stretchen. Dansers stretchen vaak nog te lang en te hard. Uitspraken zoals “no pain, no gain” en “balletpijn is fijn” helpen niet. Toch is het niet zo simpel om aan te leren hoe ver je mag of kan stretchen, zeker bij kindjes. Hoe geef je het verschil aan tussen pijn en “het stretchgevoel”? Als je bijvoorbeeld 30 seconden in een houding blijft zitten, dan moet je dat met gemak kunnen volhouden. Je moet voelen dat er iets gebeurt, maar het mag geen ondraaglijke pijn zijn.

Onderzoek toont aan dat als je een spier te lang rekt, dat je daarna veel minder kracht hebt in die spier. Dus iets te lang statisch stretchen voor je dansles is net schadelijk voor je prestaties. Het is ook niet zozeer te veel stretchen dat problematisch is, maar wel niet goed weten wanneer en op welke manier je het beste stretcht. Je moet als danser zeker weten hoe je stretch, maar ook met met welk doel. Dansen is niet alleen een sport, maar een esthetische sport. Bewegingen gaan soms lijnrecht in tegen de principes van blessurepreventie in naam van de kunst. Je ziet lichamen in extreme posities gaan in ballet, breakdance, hedendaagse dans, noem maar op.

"Je moet als danser zeker weten hoe je stretch, maar ook met met welk doel."

Je geeft ook workshops. Hoe ga je hiervoor aan de slag? En wat mogen we verwachten van je workshop voor Danspunt?

Mijn workshops zijn voor dansers, dansleraars en dansscholen. In de workshops gaat het over blessurepreventie en hoe je fysieke fitheid onderhoudt en verbetert. Ik probeer zoveel mogelijk in te spelen op de vraag van de doelgroep en pas mij aan aan de dansstijlen, de leeftijden, de dansniveaus. Je kan aangeven welke spieren te trainen, maar ik wil aan dansers en dansleraars concrete voorbeelden en oefeningen meegeven. Zo kunnen ze blessures meer voorkomen en ook beter presteren.

De workshop voor Danspunt is bedoeld voor dansdocenten voor kinderen. Dat gaat over vragen als: Hoe doe je aan blessurepreventie bij jonge dansers en bouw je die fysieke fitheid? Kan je al krachttraining beginnen bij lagere schoolkinderen? Het antwoord is: Ja, dat mag zeker met eigen lichaamsgewicht. Ik geloof echt in praktische tips en voorbeelden zodat kinderen een gezonde basis hebben voor nu en later in hun dans- en sportcarrière.

Tekst: Elodie Kona

‘In de kijker’ is een platform voor dansers, dansdocenten en makers om net dat ietsje meer te vertellen over hun werk. Ontdek de diversiteit van het danslandschap

en laat je inspireren!

Werk je aan een eigen voorstelling en heb je nood aan artistiek en inhoudelijk advies? Wij sturen een professionele coach om jou constructief bij te staan!

vraag feedback